Al eerder concludeerde ik dat Italie een geweldig land is voor literatuur liefhebbers. Dit weet ook de uitgever van de literaire reisgidsen Napoli!, Ascona en Ah, Triest.
Ah Triëst… is de nieuwste in de reeks. Het is een meeslepend boek voor imaginaire reizigers en een uitstekende reisgids voor bezoekers van deze raadselachtige stad aan de Adriatische Zee. Triëst is een stad waar veel verwoede Italië-gangers nooit zijn geweest en waarvan sommige Italianen niet eens weten dat hij Italiaans is. Tot 1918 was het de enige belangrijke haven van het Oostenrijks-Hongaarse rijk en sindsdien een excentrisch gelegen stad in Italië waar het Latijnse van Italië, het Duitse van de Habsburgse cultuur en het Slavische van voormalig Joegoslavië zich vermengen.
Literair spreekt Triëst zeer tot de verbeelding. Svevo schreef er o.a. De bekentenissen van Zeno en zijn leraar Engels, James Joyce, woonde er van 1909 tot 1919. In deze stad zagen de schrijvers August von Platen en Adalbert Stifter voor het eerst van hun leven de zee, schreef Umberto Saba zijn werk, werkte Stendhal als consul, werkte Rainer Maria Rilke aan zijn Duineser Elegien en zette Claudio Magris het bewustzijn van een Midden-Europese cultuur weer op de kaart.